nog verder langs de noordkust

We zijn in Stanley. Bijna aan het einde van de noordkust. Het lijkt wel of alle toeristen dit plaatsje ook willen zien, want aan het einde van de dag staat de camping helemaal vol. De trekpleister hier is Circulair Head in het kort de Nut genoemd. Het is een klomp graniet die 152m hoog is. Je kan naar boven lopen en dat is bijzonder stijl. Maar je kan ook  met een stoeltjeslift. Het caravanpark ligt onderaan de Nut en tegen de zee aan. Het verschil in eb en vloed is enorm. Bij eb kan je 300m lopen tot dat je bij het water bent. Bij vloed staat het water tot de camping. Volgens arie is het 5m tijverschil. Bovenop de Nut kan je 2km in de rondte lopen en je hebt 360gr uitzicht. Vanaf hier is het goed te zien dat Stanley maar een smal stuk land is omgeven door overal water.

Vanaf de Nut is het historische gedeelte ook goed te zien. In 1824 kreeg de Van Diemen's Land company (VDL) 100.000ha dicht bebost terrein in bezit. Ze wilden schapen houden. In 1826 kwam een schip met personeel, dieren, voorraden en bouwmateriaal aan in Stanley. De eerste kuddes graasden op Woolnorth op cape Grim, perfekt voor begrazing maar eigenlijk het jachtgebied van aboriginals. Toen de jagers kostbare schapen doodden, vermoordden de blanken enkele aboriginals, en zo begon de vicieuze cirkel van moorden tot er geen aboriginal meer over was. Highfield is een historic site van een groot huis met bijgebouwen en stallen waar 3 families hebben gewoond.

Aan de havenkant staat een zee aquarium wat leuk is maar niet zo groot. We zien wel 2 vissen waar zelfs arie nog nooit van had gehoord. The sea pen en de cow fish.

Tot de volgende keer maar weer